zondag 28 april 2024

Levenservaring en dankbaarheid

 


"Mam, ik ga waarschijnlijk volgende week een hulptransport doen naar Oekraïne", vertelt mijn zoon. Ik schrik. "Ik had me hier een tijdje geleden al eens voor opgegeven. Toen gingen andere collega’s, en nu hebben ze mij gevraagd." Geïnteresseerd vraag ik: "Vind je het leuk en heb je er zin in?" "Ik ben nog nooit zo ver met de vrachtwagen van huis geweest en ik zie het als een groot avontuur. Het is nog niet helemaal zeker, maar ik hoop dat het doorgaat." Hij is 25, ik mag hem niet tegenhouden. Mensen in Oekraïne hebben hulp nodig, maar stilletjes hoop ik dat het niet doorgaat.

Een paar dagen later, terwijl ik thuis werk, belt hij me op. "Mam, kun je even een foto van mijn paspoort sturen? Dan kunnen ze op mijn werk de papieren voor Oekraïne klaarmaken.’’ Help, hij gaat echt! Wel dapper van hem. Wie had dit gedacht van onze zoon? Gelukkig gaat hij samen met een oudere collega die al eerder is geweest. Hij laat zich ontvallen dat zijn collega ook nog nooit zo ver in Oekraïne is geweest. Ik schrik. De bestemming is Zjytomyr, zo’n 1900 kilometer van huis en 130 kilometer ten westen van Kiev. Met een dikke Scania V8 voert hij het hulptransport uit voor de StichtingOost-Europahulp Gereformeerde Gezindte. Zijn werkgever Cotap sponsort dit door chauffeurs aan te bieden.

We nemen op zondagavond afscheid. Ik laat niet merken dat ik dit best spannend vind. Ik moet er niet aan denken wat er allemaal kan gebeuren. Ik troost me met de gedachte dat hij niet naar het front rijdt, maar ik weet dat overal in Oekraïne bommen kunnen vallen. Ik kom erachter dat Oekraïne geen snelwegen kent en dat hij een dag door Oekraïne rijdt om op bestemming te komen. Vervolgens moet hij daar overnachten, de lading lossen, en dan nog een dag terugrijden tot de Poolse grens. Als hij op bestemming is, laat hij weten dat ze de vrachtauto laten staan en met een gewone auto worden gehaald en naar een kerk in Zjytomyr worden gebracht om daar te overnachten. De losplaats ligt naast een energiecentrale, en het is te gevaarlijk om daar te slapen.

Gelukkig is er WhatsApp, maar zijn berichtjes kalmeren mij niet. Ik lees: "Dit is wel zwaar, vooral bij de grens was het echt geen pretje. Echt treurig hier, als je de mensen vraagt over de bommen, dan zie je de angst in hun ogen. Dit is niet leuk, maar heel indrukwekkend en het doet zeker wat met je. We spraken een jong gezin, waarvan de man nu op ‘vakantie’ is vanaf het front. Het kan best zijn dat hij maar een paar dagen met zijn vrouw heeft. De mannen lopen hier gewoon in uniform. We slapen in een soort kerk, daar hadden ze ook eten voor ons gemaakt, en de mensen waren heel aardig." Ik word pas rustig als ik lees: "Wij zijn nu eindelijk terug in Polen. Zes uur aan de grens gestaan. Wij zijn denk ik wel bij twintig verschillende loketten geweest, en bij eentje lag er zelfs één achter het raampje te slapen."

Ik denk aan al die Oekraïense vrouwen die in Nederland verblijven en die al twee jaar dagelijks in spanning leven. Ik vind dat ik niet moet zeuren, maar dit geeft spanning. Op vrijdag is zoonlief gelukkig weer veilig thuis. In een paar dagen heeft hij veel levenservaring opgedaan. Het meest is hij onder de indruk van het uitzichtloze bestaan van de mensen in Oekraïne en dat ze telkens in angst leven. Als ik vraag wat hem van dit avontuur het meest bijblijft, dan zegt hij: "Wij moeten heel dankbaar zijn dat wij hier in vrijheid mogen leven. We hebben het hier hartstikke goed." Wat ik heb geleerd is dat ik moet loslaten en erop moet vertrouwen dat het allemaal goed komt. Zou dit de Oekraïense vrouwen die in Nederland verblijven ook lukken?